Preventie vaccinaties paardendierenarts Iko Hoogerbeets

Eisen België : Het wordt sterk aanbevolen paarden te vaccineren tegen griep, tetanos en rhinopneumonie. Er bestaan tot nu toe voor paarden geen verplichte vaccinaties. Wel kunnen organisatoren van wedstrijden voorschrijven dat alleen paarden die bepaalde vaccinaties (bv. rhinopneumonie en griep en tetanos) kregen, toegelaten worden tot de wedstrijden.

Eisen Nederland (KNHS) : Influenza: Vaccinatie is in Nederland verplicht voor paarden die deelnemen aan wedstrijden. Vaccineren vanaf 5 maanden oud, 2 basisvaccinaties met 21 tot 91 dagen tussentijd (ertussen mag het paard niet starten), daarna jaarlijk hervaccinatie (mag opdezelfde dag, maar niet 1 dag later!!). Een paard mag in de laatste 6 dagen voor een wedstrijd niet gevaccineerd zijn.

FEI : de deelnemende paarden dienen om de zes maand gevaccineerd te worden tegen influenza en tetanos. De herhalingvaccinaties (na de 2 basis) tegen influenza moeten binnen 6 maanden + 21 dagen gegeven worden. Het paard mag in de laatste 7 dagen voor de wedstrijd niet gevaccineerd zijn.

Voor rhinopneumonie vereist de FEI tot nu toe niet dat de paarden gevaccineerd zijn.

Influenza (Griep)

Influenza zorgt nog steeds voor grote verliezen (economisch en qua gebruik) in de paardensector. Er gaan niet veel paarden/pony's meer aan dood, maar de aangetaste dieren kunnen 1 tot meerdere maanden niet meer gebruikt worden doordat ze absolute rust moeten houden.

Wat is de oorzaak van influenza en wanneer treedt het op?

Influenza wordt veroorzaakt door het paardeninfluenzavirus waarvoor de mens niet gevoelig is. Het influenzavirus komt wereldwijd voor en kan paarden en pony's aantasten die niet gevaccineerd zijn of als het een nieuwe variant betreft alle paarden en pony's (dus ook de gevaccineerde). Zelfs goed gevaccineerde paarden zijn vaak slechts gedeeltelijk immuun. Ze zijn dan beschermd tegen de ziekte maar niet tegen de infectie en scheiden het virus uit, waardoor ze een infectiebron zijn voor gevoelige dieren. Uitbraken kunnen voorkomen door onregelmatige vaccinatie en de jonge paarden (en eventueel oude) krijgen de duidelijkste symptomen. Het virus verspreidt zich zeer snel en vooral op verzamelplaatsen (wedstrijden, keuringen) waar het via de lucht, of neuscontact door aangetaste paarden/pony's of via voorwerpen of mensen wordt verspeid. Het virus wordt tot max. 6 dagen na infectie uitgescheiden. Immuniteit via de moeder doorgegeven beschermt het veulen 5 tot 6 maanden mits de moeder een goede antistoffen opbouw heeft, d.w.z. volgens de voorschriften gevaccineerd wordt. Is dit niet het geval dan dient het veulen eerder gevaccineerd te worden (op 3 à 4 maanden).

Wat wordt aangetast door het virus?

Het paardeninfluenzavirus veroorzaakt een acute infectie van de aflijning (het epitheel) van de bovenste luchtwegen en de longen. Door aantasting van het trilhaarepitheel wordt de kans op een bacteriele infectie groot (bij een bacteriele infectie blijft het paard/pony ook na enkele dagen koorts houden).

Welke symptomen kunt u als eigenaar/verzorger opmerken?

Al uw paarden en pony's kunnen de ziekte krijgen, maar dieren tot 2 jaar of oude dieren zijn meestal het ergste ziek. De ziekte treedt plotseling op en verspreidt zich zeer snel door de hele stal.

Typische symptomen zijn hoge koorts (39,5-41°C) gedurende enkele dagen, een harde droge hoest, waterige neusuitvloei, en eventueel ook algemene zwakte, suf zijn, verminderde eetlust, versnelde ademhaling, opgezette submandibulaire (van de onderkaak) lymfeklieren en spierpijn en stijfheid. Virusuitscheiding door besmette paarden/pony's vindt plaats via uitgeademde lucht en neusuitvloei tot 5 à 6 dagen na de infectie. De incubatietijd is kort 1-3 dagen. De meeste symptomen verdwijnen na een week maar het hoesten zal vaak langer aanhouden.

Bij gevaccineerde paarden/pony's is het ziekteverloop mild.

Als er een bijkomende bacteriele infectie optreedt wordt er slijm opgehoest, blijft er koorts en wordt de neus-uitvloei ondoorzichtig (witgeel tot groen). Als de infectie niet snel genoeg wordt onderkend en/of er onvoldoende rust wordt gehouden kan het 3 tot 6 maanden duren voordat uw paard/pony volledig hersteld is.

Wat kan ik als dierenarts doen?

Preventief:

Het beste is om alle paarden/pony's preventief te vaccineren. Uw dieren kunnen dan nog steeds aangetast worden maar zullen niet erg ziek worden. De fokmerries moeten zeer goed gevaccineerd worden zodat het veulen de eerste levensmaanden goed beschermd is, dus het beste 1 à 2 x per jaar met een laatste vaccinatie 4 tot 6 weken voor de geboorte van het veulen. Als de merrie goed gevaccineerd is, dient het veulen pas op 5 à 6 maanden de 1e basisvaccinatie te krijgen. Als de merrie minder goed gevaccineerd is dient het veulen op 3 à 4 maanden gevaccineerd te worden en is het daarvoor niet goed beschermd. Veulens krijgen de 2e vaccinatie ongeveer 4 weken na de eerste, dan een herhalingsvaccinatie op 6 maanden. Voor paarden die een hoger risico lopen (competitie, keuringen bijvoorbeeld), is elke 3 à 4 maanden vaccineren aangeraden. In andere situaties volstaan herhalingsvaccinaties om de 6 maanden, tot jaarlijks.

Vaccinatie verplichtingen zie boven.

Welke behandeling bij symptomen:

Als er symptomen bij uw paard/pony optreden kunt u mij het beste zo snel mogelijk laten komen. De diagnose kan op grond van de symptomen zeer waarschijnlijk worden geacht, maar een bevestiging kan alleen door een laboratorium worden gegeven op een staal/monster dat door de dierenarts genomen wordt. Er kan een neusswab genomen worden om het virus aan te tonen. Als het aangetoond wordt betekent dit dat het paard het virus via de neus uitscheidt, en dus een recente infectie heeft. Er kunnen ook 2 bloedonderzoeken gedaan worden met 3 weken tussentijd. Er wordt gekeken of het aantal antistoffen (als het goed is zijn die de 1e keer al aanwezig door de vaccinaties) tussen de 1e en 2e keer enorm toeneemt. Als dat zo is heeft het paard een recente infectie doorgemaakt. Uw paard/pony moet ook een koortsremmend middel krijgen, Uw paard/pony dient absolute rust, zeker 1 maand, in een luchtige omgeving te krijgen, anders kan chronisch hoesten ontstaan. Verder moet een secundaire bacteriële infectie voorkomen worden, omdat die chronische bronchitis en/of pneumonie (longontsteking) kan veroorzaken die weken tot maanden kan aanhouden, dus uw paard/pony heeft antibiotica nodig als de koorts na enkele dagen nog niet verdwenen is. Zonder secundaire bacteriele infecties is de ziekteduur 2-10 dagen. Veulens die op zeer jonge leeftijd een erge infectie doormaken krijgen vaak een zware longontsteking wat acute sterfte kan geven. De zieke dieren moeten tot 2 weken na het verdwijnen van de symptomen geisoleerd worden van de andere paarden als dat mogelijk is. De stallen dienen goed leeg en schoon gemaakt te worden en daarna gereinigd te worden met een desinfectiemiddel. Het virus is hier niet tegen bestand.